Project op Brabantse Wal verbetert waterpeil Markiezaatsmeer. Zoetwater uit natuur beschermt natuur in Bergen op Zoom, Zeeland en Noord-Brabant.
Zoetwater stroomt naar Markiezaatsmeer
De provincies Noord-Brabant en Zeeland investeren gezamenlijk met partners 11,5 miljoen euro in een grootschalig waterproject op de Brabantse Wal. Het doel is om jaarlijks dertig miljoen kuub regen- en kwelwater uit het natuurgebied niet langer ongebruikt naar de Westerschelde te laten stromen, maar effectief in te zetten voor natuurherstel en waterbeheer in onder meer het Markiezaatsmeer bij Bergen op Zoom.
De samenwerking tussen de waterschappen Brabantse Delta en Scheldestromen, Brabants Landschap en het Deltafonds is dinsdag officieel bekrachtigd. Het project draagt bij aan de ambitie om van Nederland in 2050 de meest klimaatbestendige delta ter wereld te maken.
Regenwater krijgt nieuw leven
Het eerste deel van het project richt zich op het slim benutten van het wateroverschot in de winter en het voorjaar. Via bestaande sloten wordt het schone regen- en grondwater vanaf de hooggelegen Brabantse Wal geleid naar het lager gelegen Markiezaatsmeer. In drogere maanden blijft dit water beschikbaar voor zowel natuur als landbouw.
Ook wordt gewerkt aan de verbetering van de waterkwaliteit in het gebied. Gezond water is essentieel voor de natuurontwikkeling én voor de landbouw die afhankelijk is van voldoende zoetwater.
Waterpeil verbetert structureel
Dankzij een nieuwe stuw kan het waterpeil van het Markiezaatsmeer voortaan beter worden gereguleerd. Hierdoor is het mogelijk het peil tijdelijk te verhogen als dat nodig is voor natuur of veiligheid. De maatregel beschermt zeldzame vogelsoorten die in het gebied broeden of overwinteren tegen roofdieren.
Er worden tevens broedeilanden aangelegd die extra beschutting bieden voor vogels. Waterschap Brabantse Delta benadrukt het ecologische belang van deze ingreep.
Verandering van zout naar zoet
Het Markiezaatsmeer vormt een bijzonder grensgebied tussen Brabant en Zeeland. Oorspronkelijk maakte het deel uit van de Oosterschelde en had het een zout karakter. Sinds de aanleg van de Oesterdam in 1983 ondergaat het meer echter een transformatie. Het water verandert langzaam maar zeker van zout naar zoet.
Dat biedt nieuwe kansen voor de natuur en stelt het gebied in staat beter bestand te zijn tegen periodes van droogte. De overgang van zoutwater naar zoetwater is daarmee niet alleen symbolisch, maar ook functioneel van groot belang voor de toekomst van de streek.
Natuur krijgt ruimte en bescherming
Met dit project onderstreept de regio het belang van duurzaam waterbeheer. De Brabantse Wal, met zijn unieke ligging en natuurlijke hoogteverschillen, speelt hierin een sleutelrol. Door de natuurlijke eigenschappen slim in te zetten, kunnen waterreserves beter worden vastgehouden en benut.
Het project is een voorbeeld van hoe samenwerking tussen overheden, natuurorganisaties en waterschappen kan leiden tot concrete resultaten op het gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit.