Meer huisdieren gedumpt bij kinderboerderijen. Dit zorgwekkende politie nieuws benadrukt het misdrijf en de rol van dierenopvang bij huisdieren gedumpt in de regio.
Zorgwekkende stijging
Er worden steeds meer huisdieren illegaal achtergelaten bij kinderboerderijen in de regio. Stichting Dierenlot spreekt van een zorgelijke ontwikkeling, omdat het niet alleen strafbaar is, maar ook schadelijk voor het welzijn van de dieren. Gedumpte dieren ervaren vaak stress en kunnen ziektes verspreiden.
Illegaal achtergelaten dieren
Kinderboerderijen signaleren een flinke toename in het aantal gedumpte dieren. Dieren worden vaak over het hek gegooid of in dozen bij de ingang achtergelaten. Dit brengt risico’s met zich mee: de boerderijen hebben vaak geen ruimte om extra dieren op te vangen en de nieuwe dieren passen niet altijd bij de bestaande groep. Bovendien kunnen ziektes snel verspreiden onder de dieren.
Meest gedumpte dieren
Uit de cijfers van Stichting Dierenlot en Kinderboerderijen Actief blijkt dat het aantal gedumpte dieren fors is gestegen. In 2023 werden vooral konijnen (48), kippen (29) en cavia’s (14) gedumpt. In 2024 nam het aantal gedumpte kippen explosief toe tot 97, gevolgd door konijnen (65), volièrevogels (26), hamsters (23) en katten (18). De stijging van het aantal gedumpte kippen hangt mogelijk samen met vogelgriepmaatregelen.
Dumpen is strafbaar
Het dumpen van een huisdier geldt als een misdrijf. Gedumpte dieren worden vaak overgebracht naar een dierenopvang of opgehaald door de dierenambulance. De meldingen worden doorgestuurd naar de politie, die zo beter in staat is om onderzoek te doen. Dankzij camerabeelden kan de politie sneller verdachten identificeren.
Politie roept op tot bewustwording
De politie hoopt dat mensen beter nadenken voordat ze een huisdier aanschaffen. “Als mensen bewuster dieren kopen, hoeven ze ze niet later weg te doen,” aldus een politiewoordvoerder. Sinds twee jaar worden de cijfers bijgehouden. In 2023 leverden 36 kinderboerderijen gegevens aan, terwijl dit in 2024 steeg naar 46.