Onderzoek van het RIVM toont aan dat omwonenden van geitenhouderijen vaker longontsteking krijgen. Het kabinet vraagt advies van de Gezondheidsraad.
Omwonenden van geitenhouderijen
Jaarlijks overlijden naar schatting twintig tot honderd mensen extra aan longontstekingen doordat zij in de buurt van geitenhouderijen wonen. Dit blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), zo meldt het ministerie van Volksgezondheid.
Toename longontstekingen rondom geitenhouderijen
Volgens het RIVM komen er jaarlijks 1200 tot 6600 extra gevallen van longontsteking voor bij mensen die binnen een straal van twee kilometer van een geitenhouderij wonen. Dit verhoogde risico wordt in verband gebracht met bacteriën die vrijkomen in de lucht rondom deze bedrijven.
Ziekteverwekkers in stal en lucht
Uit het VGO-III onderzoek blijkt dat veel ziekteverwekkers afkomstig zijn uit een mengsel van mest en strooisel in de stallen. Geiten lopen hier dagelijks overheen, wat de verspreiding van bacteriën bevordert. In de stallucht van geitenhouderijen werden meer dan dertig verschillende bacteriën aangetroffen die bij mensen longontstekingen kunnen veroorzaken. Van deze bacteriën kwamen er 23 ook voor bij patiënten, omwonenden en in de buitenlucht rondom de bedrijven.
Geitenhouderijen wonen
Binnen de straal van twee kilometer rond geitenhouderijen wonen naar schatting 1,5 miljoen mensen. Eerder werd al een mogelijk verband gesuggereerd tussen geitenhouderijen en longontstekingen, maar dit verband is nu volgens het ministerie ‘aantoonbaar en consistent’ vastgesteld. Hoewel de specifieke oorzaak nog onbekend is, vermoedt het RIVM dat de gevonden bacteriën verantwoordelijk zijn voor de toename van longziekten.
Kabinet vraagt advies Gezondheidsraad
Naar aanleiding van deze bevindingen heeft het kabinet de Gezondheidsraad om advies gevraagd. Ministers Fleur Agema (Volksgezondheid) en Femke Wiersma (Landbouw) willen weten of het risico op longontstekingen definitief vaststaat en of bepaalde groepen omwonenden een groter risico lopen. Daarnaast wordt onderzocht of dit risico groter is dan bij andere bronnen van luchtverontreiniging.
Reacties op de bevindingen
De Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) roept op tot voorzichtigheid in de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Volgens de LTO bieden de bevindingen nog geen sluitend bewijs voor geitenhouderijen als directe oorzaak van de longziekten. De organisatie benadrukt het belang van het advies van de Gezondheidsraad.
In de Tweede Kamer zijn de reacties verdeeld. Laura Bromet van GroenLinks-PvdA uit scherpe kritiek op het uitblijven van directe maatregelen en verwijst naar de Q-koorts uitbraken in het verleden. CDA’er Eline Vedder noemt het verstandig dat er eerst advies wordt ingewonnen, maar pleit voor snellere actie. Binnen de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB is er begrip voor het afwachten van het advies van de Gezondheidsraad.